RheinCargo ondersteunt Dyckerhoff bij heractivering van de spoorverbinding
12. november 2020Pakketvereniging BIEK met versnelde procedure tegen goedkeuring van de brieftarieven
12. november 2020Digitaal en automatisch: zo zal moderne koppeling in het goederenvervoer per spoor functioneren. Het door het Federaal Ministerie van Verkeer en Digitale Infrastructuur (BMVI) in gang gezette pilotproject voor de demonstratie, test en goedkeuring van de Digitale Automatische Koppeling (DAK) voor het goederenvervoer per spoor is in juni gestart en bevindt zich nu in de testfase.
(Berlijn/Görlitz) Momenteel vinden er tests plaats in Görlitz, waar de koppelingen op de proef worden gesteld. Er worden talrijke koppelproeven uitgevoerd met verschillende wagenbeladingen en snelheden in verschillende spoorstraal. Ulrich Meuser, projectleider: „We liggen precies op schema. De goede werking van de koppelingen kunnen we alleen met uitgebreide tests onder realistische omstandigheden testen. Maar het is nu al gebleken dat de DAK het samenstellen van goederentreinen aanzienlijk versnelt en daarmee meer capaciteit op het spoor creëert.” De DAK draagt dus cruciaal bij aan het succes van de verkeersomslag. Bovendien ontlast de DAK spoorwegmedewerkers van lichamelijk werk; handmatig schroefkoppelingen behoren daarmee tot het verleden.
In het goederenvervoer per spoor in Europa worden al meer dan 100 jaar bijna uitsluitend schroefkoppelingen gebruikt. Deze worden volledig handmatig gekoppeld en ontkoppeld. Om de wagens te verbinden, wordt een ongeveer 20 kg zware beugel op de haak van de volgende wagen gelegd.
Schroefkoppelingen met de hand
De koppeling wordt vervolgens door het draaien aan een schroefdraad achter de beugel aangespannen. Een DAK verbindt automatisch twee goederenwagens met elkaar. Het creëert zonder handmatige arbeid van het rangeerpersoneel een mechanische verbinding tussen de wagens. Alleen DB Cargo koppelt dagelijks in Duitsland ongeveer 54.000 wagens en treinen. Het totale Europese goederenvervoer per spoor komt zelfs op ongeveer 400.000 koppelprocessen per dag.
Digitale automatische koppeling versterkt het enkelwagenvervoer
Voor de technische proef zijn twaalf goederenwagens uitgerust met koppelingstypes van vier fabrikanten. Na het uitvoeren van technische tests wordt een DAK-type door een Europese commissie geselecteerd. Een proeftrein met 24 wagens met het geselecteerde DAK-type rijdt vervolgens enkele maanden door Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, evenals door andere EU-landen. De DAK wordt onder andere in het dagelijkse gebruik in de rangeerstations getest – hun capaciteit kan met tot 40 procent toenemen. Al met al is de DAK een belangrijke bouwsteen om de verkeersprestaties in het goederenvervoer per spoor met ongeveer 70 procent en meer te verhogen.
Een nieuw tijdperk voor het goederenvervoer per spoor
In Europa zijn er verschillende pogingen gedaan om een uniforme automatische koppeling in te voeren, voor het laatst in de jaren ’90. De focus lag alleen op het puur mechanisch koppelen en het verbinden van de luchtleiding. Deze aanpak was niet economisch genoeg. In tegenstelling tot dat, breidt de DAK door het gebruik van stroom- en datalijnen het operationele toepassingsgebied aanzienlijk uit. De DAK leidt tot een brede digitalisering van het goederenvervoer, waardoor het nut en het economische potentieel veel groter zijn.
Het onderzoeksproject dat loopt tot eind 2022 is in opdracht van het Federaal Ministerie van Verkeer en Digitale Infrastructuur (BMVI) en wordt door het BMVI gefinancierd met 13 miljoen euro. Een consortium van zes bedrijven is hierbij betrokken – naast de DB en haar dochteronderneming DB Cargo zijn dit de Zwitserse en Oostenrijkse goederenbanen SBB Cargo en Rail Cargo Austria, evenals de wagenhouders Ermewa, GATX Rail Europe en VTG. Binnen de DB is het project als een gezamenlijk systeemverbondproject van DB AG en DB Cargo gepositioneerd binnen het concernprogramma Technical Excellence (TecEX).
Invoering voltooid voor 2030
De kans voor de Europese invoering van de DAK was nog nooit zo groot als nu. Omdat de invoering voor 2030 grotendeels voltooid moet zijn – het proces duurt tot dan zes tot acht jaar – moet de invoeringsfase uiterlijk in 2023/2024 beginnen. Want volgens een studie in opdracht van het Federaal Ministerie van Verkeer en Digitale Infrastructuur (BMVI) is dat een echte mammutopdracht: in de 27 EU-landen, evenals in het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Noorwegen, moeten tot 490.000 goederenwagens en 17.000 locomotieven worden omgebouwd.
Foto: © DB AG, Oliver Lang





