Paul Leimgruber AG met tekenen in het intermodale spoorvervoer

De Paul Leimgruber AG is gespecialiseerd in wegtransport. Het Basler bedrijf richt zich echter ook op het spoor in het containervervoer - en ziet zichzelf daarmee in een voortrekkersrol. Sebastian Furrer, hoofd containerlogistiek bij Leimgruber, legt in een gesprek met SBB Cargo uit waarom gecombineerd vervoer ook op korte afstand zinvol kan zijn.

(Basel/Pratteln) In november 2020 heeft de Paul Leimgruber AG met een kortafstandsaanbod in het gecombineerde vervoer in Zwitserland de aandacht getrokken. De route Basel - Oensingen is met 55 km in principe te kort voor deze vervoerswijze. SBB Cargo heeft met Sebastian Furrer, hoofd containerlogistiek bij Leimgruber, hierover gesproken:In november 2020 heeft Leimgruber een deel van zijn transporten naar het spoor verplaatst. Welke redenen waren doorslaggevend voor deze beslissing?Furrer: Een reden is de geplande containerterminal Gateway Basel Nord. Deze zal ook voor ons een belangrijke rol spelen, en we willen ons daar vandaag al op voorbereiden. Bovendien streven we ernaar duurzame transportoplossingen te bevorderen. We merken dat de acceptatie en de behoefte aan duurzame vervoerswijzen ook bij onze klanten gestaag groeit. En tenslotte willen we onze klanten een breed scala aan transportoplossingen aanbieden - dus ook spoortransporten. Zo kunnen we samen de beste oplossing vinden.De afstand Basel - Oensingen is met ongeveer 55 kilometer relatief kort. Wat pleit er toch voor het spoor?We hebben een bepaald transportvolume nodig in de nabijheid van een KV-terminal, zodat we regelmatige vervoersdiensten kunnen rijden. Rondom Oensingen zijn veel van onze klanten gevestigd en ook veel distributiecentra van grotere detailhandelaars zoals Coop, Migros, Dosenbach en Conforama. Dit stelt ons in staat om de laatste mijl op de weg te verzorgen. Bovendien stoten de containerterminals in Basel tegen hun capaciteitsgrenzen aan: Onze chauffeurs moeten vaak wachten, en wachttijden brengen bekendelijk kosten met zich mee. Aangezien Basel - Oensingen een sterk belaste as is, komt het ons goed uit als we deze route per spoor kunnen afleggen.Is het spoor in uw ogen dan geen “concurrent”?Nee, we zijn geïnteresseerd in een winstgevende samenwerking met SBB Cargo. Wij zijn vrachtwagenchauffeurs, geen expediteurs. En SBB Cargo heeft voor bepaalde transporten een vrachtwagenchauffeur nodig om klanten te kunnen bedienen die geen eigen spoorverbinding hebben. Hierdoor profiteren beide partijen.Hoe verloopt de samenwerking met SBB Cargo?

Tot nu toe zijn de ervaringen zeer positief, het heeft zich goed ingespeeld. Halverwege januari 2021 zijn echter bepaalde importverkeersstromen ingestort, omdat er in de Noordzeehavens door zware sneeuwval een achterstand ontstond. Bovendien konden sommige schepen vanwege hoogwater op de Rijn niet zoals gepland varen. Dienovereenkomstig moesten we enkele van onze vervoersstromen stopzetten. Hoe het verder gaat, is moeilijk te zeggen. De economische situatie rond de coronapandemie is moeilijk te voorspellen. Zodra we echter weer op normaal niveau - dat wil zeggen met de gebruikelijke volumes - kunnen werken, zullen we de vervoersstromen met SBB Cargo weer oppakken.  Betekent dit dat Leimgruber verdere transporten naar het spoor zal brengen?Laten we het zo zeggen: Het is definitief een onderdeel van onze strategie en ons verklaarde doel. Afhankelijk van de situatie dus graag, ja. (lacht)Als een wegtransporteur op het spoor inzet, is dat een statement. Wat wilt u de sector daarmee laten zien?We willen een signaal naar de sector sturen en een voortrekker zijn. Als onderdeel van de Planzer-groep zijn we in heel Zwitserland vertegenwoordigd en hebben we bij alle KV-terminals eigen vrachtwagens. Ons doel is om de laatste mijl vanaf deze terminals te verzorgen. Bovendien heeft de samenwerking met de spoorwegen bij Planzer traditie. Dit willen we nu ook uitbreiden naar containertransporten.Foto en interview: © SBB Cargo   Sebastian Furrer, hoofd containerlogistiek