
Shanghai en Hamburg organiseren virtuele chainPORT Jaarconferentie
9. november 2021
nox NachtExpress zet in op diversiteit met Diversiteitscharter
10. november 2021De Europese Ladingverbond Internationale Expediteurs AG (ELVIS) eist in het kader van een collectieve rechtszaak teveel betaalde vrachtwagenbelasting in miljoenenhoogte terug van het Bundesamt für Güterverkehr (BAG). Ongeveer 160 ELVIS-partners hebben zich al bij de procedure aangesloten. In de relevante periode van 1 januari 2017 tot 27 oktober 2020 hebben deze bedrijven in totaal 380 miljoen euro vrachtwagenbelasting betaald - en daarmee volgens de meest conservatieve schattingen tussen de drie en zeven procent te veel. De collectieve rechtszaak is deze maand gestart. Er wordt rekening gehouden met een procedure die meerdere jaren zal duren.
(Alzenau) „Dat het BAG ondanks een door de hoogste rechter vastgestelde onwettigheid weigert teveel betaalde vergoedingen terug te betalen, grenst aan afpersing en is onaanvaardbaar. Daarom hebben we in het belang van onze partners besloten om de claims in het kader van een collectieve rechtszaak desnoods ook gerechtelijk te laten gelden“, zegt Nikolja Grabowski, bestuurslid van de ELVIS AG.
Achtergrond is een beslissing van het Europees Hof van Justitie (HvJ) van oktober vorig jaar (arrest van 28.10.2020, zaak C-321/19). Volgens deze beslissing mogen bij de vaststelling van de tolheffingen uitsluitend infrastructuurkosten in aanmerking worden genomen, dus kosten voor de bouw, exploitatie, onderhoud en uitbreiding van het betreffende verkeersnetwerk. De federale regering had echter ook de kosten voor de verkeerspolitie aan de transport- en logistiekbedrijven doorberekend. Dit is volgens het HvJ onwettig. Politietaken vallen onder de verantwoordelijkheid van de staat, die daarbij soevereine bevoegdheden uitoefent en niet slechts als exploitant van de wegeninfrastructuur handelt. Deze kosten kunnen daarom niet als uitgaven voor de exploitatie in de zin van de richtlijn over de heffing van vergoedingen worden beschouwd, oordeelde het HvJ.
Talrijke ELVIS-partners hadden daarop - net als veel andere bedrijven - aanvragen ingediend voor een proportionele terugbetaling van de vrachtwagenbelasting. Zoals bleek, is het BAG echter niet bereid tot terugbetaling en beroept zich op het vertrouwensbeginsel: Voor de uitspraak van het HvJ kon men niet weten dat de tol te hoog was berekend. Want de federale regering had vanaf een bepaald moment de wegkostenrapporten, waarop de toltarieven zijn gebaseerd, altijd naar de Europese Commissie gestuurd. Van daaruit zijn nooit bezwaren gekomen.
Strikt beperkte uitzonderingsgevallen in het EU-recht
Daarover zegt advocaat prof. dr. Moritz Lorenz van het kantoor Arnecke Sibeth Dabelstein, die ELVIS in de procedure vertegenwoordigt: „Een dergelijk vertrouwensbeginsel ten gunste van een lidstaat wordt in het EU-recht echter alleen in strikt beperkte uitzonderingsgevallen verleend. En die zijn hier niet aan de orde.“
Om deze reden wil ELVIS de juridische opvatting van het BAG nu gerechtelijk laten toetsen. Om te voorkomen dat alle ELVIS-partners afzonderlijk tegen het Bundesamt moeten procederen, heeft de vereniging een collectieve rechtszaak geïnitieerd. Vertegenwoordigd wordt daarbij de aanvraag van één bedrijf uitgelicht. Hierover beslist eerst het BAG en bij afwijzing vervolgens de bestuursrechter. Het resultaat van de rechtszaak wordt krachtens een overeenkomst over de collectieve rechtszaak verder op alle andere betrokkenen overgedragen.
Andere benadeelde bedrijven kunnen zich aansluiten
Aan de collectieve rechtszaak, die naar verwachting meerdere jaren zal duren, hebben zich tot nu toe ongeveer 160 ELVIS-partners aangesloten, die in de relevante periode samen ongeveer 380 miljoen euro vrachtwagenbelasting hebben betaald. De meest conservatieve schattingen gaan uit van een terugbetaling van drie tot zeven procent. Grabowski: „Er bestaat nog steeds de mogelijkheid voor benadeelde bedrijven om zich bij de procedure aan te sluiten.“
Foto: © ELVIS






